“Je inzetten voor je collega’s is ook goed voor jezelf!”

Topaz krijgt op 1 januari 2023 een Verpleegkundigen en Verzorgenden Adviesraad (VVAR).

Wat houdt deze raad precies in? Wie kan raadslid worden? En waarom is het een goed idee om dat te doen? Twee verpleegkundigen vertellen je er alles over!

“De VVAR gaat het bestuur van Topaz advies geven over vakinhoudelijke vraagstukken. Gevraagd én ongevraagd.” Aan het woord is Clarike Snip. Zij is verpleegkundige bij Topaz, bijna klaar met haar opleiding Verpleegkundig Specialist en een van de kwartiermakers voor de VVAR. Bij een eerdere werkgever is ze voorzitter geweest van een vergelijkbare raad.
“Zo’n vraagstuk kan van alles zijn. Denk aan het nut van functiedifferentiatie. Of aan het wassen van bewoners. Moet dat laatste bijvoorbeeld nog met water en zeep gebeuren of kunnen we beter overstappen op ‘verzorgend wassen’ – met verwarmde wasdoeken dus? Alles wat onze beroepsgroep raakt, is voor de VVAR relevant om over mee te denken.”

Gehoord worden

“Veel van mijn collega’s hebben sterke meningen over alles wat ze in hun werk tegenkomen”, zegt Maaike van Zuijdam - de Wolde, geriatrisch verpleegkundige bij Topaz en net als Clarike kwartiermaker voor de VVAR. “Meningen over wat goed werkt en minder goed; over wat anders zou moeten of juist niet. Die collega’s vinden het ook belangrijk dat het bestuur deze meningen meeneemt in besluitvorming.” En andersom, heeft ze gemerkt, vindt het bestuur het fijn om de beroepsgroep te kunnen raadplegen. “Als het medewerkers betrekt, kan het zijn beleid beter laten aansluiten op de praktijk en krijgt het meer draagvlak voor dat beleid. Voldoende draagvlak is een cruciale voorwaarde voor succes.”

“Geen wonder dat steeds meer zorgorganisaties een raad als deze hebben”, vult Clarike aan. Volgens haar zou de aankomende VVAR van Topaz inspiratie kunnen halen uit die raden. Maar op welk gebied precies? “Daar kan – en wil – ik geen antwoord op geven. Het is niet aan kwartiermakers om te zeggen wat onze VVAR zou moeten overnemen, hoe ze zou moeten werken. Dat is de taak van de zes raadsleden die we nu aan het zoeken zijn.” Die zoektocht richt zich op al haar collega-verzorgenden en -verpleegkundigen bij Topaz. “Zeker op degenen die een mening hebben en tegelijkertijd het gevoel dat ze niet gehoord worden. Ik vertel hun dat dit laatste via de VVAR wél zal gebeuren.”

Duidelijke kaders

Wat collega’s misschien afschrikt om VVAR-lid te worden? Maaike: “Velen hebben nog nooit in zo’n raad gezeten. Zij zouden dat al spannend hebben gevonden als ze in een VVAR waren gekomen die up and running was, met duidelijke kaders. Maar bij deze VVAR moeten de nieuwe leden nog heel veel kaders zelf bepalen. Van hoe vaak ze besprekingen zullen houden tot hoeveel uren ze per week met de VVAR bezig gaan zijn. En van hoe ze willen samenwerken met de OR tot hoe ze gaan communiceren met het MT. Dat kan leuk zijn, maar ook lastig voor mensen zonder raadservaring. Vandaar dat we een externe deskundige hebben geregeld die nieuwe leden bij dat proces gaat begeleiden. Ik denk dat dit geruststelt.”

Clarike denkt dat ook. “Als collega’s zich daar geen zorgen meer over maken – en als ze weten dat hun tijdsinvestering in de VVAR binnen de eigen contracturen valt – zullen ze sneller de voordelen zien van raadslid-zijn.” Zij heeft die voordelen zelf ervaren bij haar vorige werkgever. “Je mening gaat niet eerst langs zes schijven, maar komt direct terecht bij de mensen die besluiten maken. Zo zie je eerder echt resultaat.” Minstens zo fijn vond ze het om meer mee te krijgen van de organisatie. “Ik zag opeens ook wat er op andere locaties gebeurde, wat er overal stónd te gebeuren en waarom dit zo was. Werd ik voorheen nog wel eens overvallen door veranderingen, nu zag ik ze aankomen en leerde ik ze te beïnvloeden.”

Invloed hebben

“Sinds ik me met de VVAR bezighoud, zie ik hoe ontzettend leerzaam lidmaatschap kan zijn”, vertelt Maaike. “Het is ook goed voor je eigen ontwikkeling; een verdieping van je baan.” Ze overweegt daarom om zich zélf aan te melden als lid. “Maar dan wel na mijn studie HBO Verpleegkunde. Die slokt nu al mijn tijd op.” Waar de verdieping van het VVAR-lidmaatschap ’m volgens haar in zit? “Je leert bijvoorbeeld hoe je invloed kunt uitoefenen. Hoe je het best belangen kunt behartigen. En hoe je vruchtbare gesprekken moet voeren op beleidsniveau. Ook krijg je een heel breed beeld van de ontwikkelingen, kansen en uitdagingen binnen je organisatie en beroepsgroep.”

Clarike ziet nog meer leerzaams. “Je krijgt door hoe je het best input kunt ophalen bij je collega’s. En hoe je jouw inzet en resultaten goed aan die achterban kunt terugkoppelen.” Daar is niet één manier voor, benadrukt ze. “Het is een kwestie van ontdekken wat het beste past.” De raad bij Clarikes vorige werkgever zette bijvoorbeeld een ‘klankbord’ op. Iedere verpleegkundige en verzorgende uit de organisatie kon zich daarvoor aanmelden. Zij kregen dan geregeld mailtjes met vragen over specifieke onderwerpen. “Uiteindelijk zaten er honderden mensen in die groep. Niet iedereen, maar wel heel veel. En dat wil je. Sterker nog: het liefst geven ál je collega’s hun mening.”

Meer bereiken

De start van de VVAR is eigenlijk een herstart. “De raad was al eens actief”, vertelt Maaike. “Maar dat is erg lang geleden. En de nieuwe raadsleden zijn ook niet verplicht de vorm of aanpak van toen over te nemen. Er zijn maar heel weinig dingen waarvan we nu al kunnen zeggen dat ze gelijk zullen blijven – zoals het feit dat de VVAR-adviezen officieel niet bindend zijn.” Zijn die adviezen dan vrijblijvend? “Zeker niet!”, zegt Clarike. “Ik heb nog nooit een bestuur gezien dat een nadrukkelijk advies van de VVAR naast zich neer legde. Dat zou ook niet goed zijn voor de relatie met onze beroepsgroep. Een goed bestuur ziet, zoals een goede VVAR, het belang van een sterke relatie. Samen bereik je zoveel meer!”